Deze week hebben we de doperwten geoogst. Het is een grote bak vol, en moet nog gedopt worden. De planten staan nog. Een deel van de planten heeft namelijk nog bloemen en/of platte peulen.
Ook hebben we vandaag de uien maar uit de grond gehaald. Het loof was gaan liggen, en de uien die het dichtste bij de coniferen stonden hadden nauwelijks nog loof, aangezien de slakken dat opgegeten hebben.
Ik denk dat we de komende week ook bietjes en wortels kunnen oogsten.
Courgettes hebben we in overvloed, de augurken komen nu ook goed op gang.
Er zitten veel belovende pompoenen aan de planten. Die moeten het eindstadium nog wel halen natuurlijk, dus we houden ze in de gaten.
En gisteren heb ik (met hulp van Alie) de bleekselderij en knolselderij uitgeplant. Ik heb ook maar een paar planten naar de buren gebracht, aangezien we er veel te veel van hebben. Het restant waar we geen ruimte voor hebben, staat op een kluitje naast de planten die wel voldoende ruimte hebben. Vanmiddag heeft Luc gras gemaaid, en daarmee hebben we de grond tussen de prei en de selderij afgedekt.
Verder ben ik volop bloemen aan het oogsten en drogen, voor mijn theemengsels.
Ik wil nog nieuwe sla en andijvie zaaien. Wat we hadden is allemaal doorgeschoten.
Vanavond heeft Luc de conifeer en de linde die aan het einde van de oprit staan, gesnoeid. En na het eten hebben we de takken gelijk ook maar versnipperd.
Eerder in de week hadden Alie en ik de laurierkers langs de oprit al wat terug gesnoeid. En ook al wat takken van de linde gehaald.
Ik heb lang getwijfeld of het wel een linde is, aangezien er geen bloei in zit. Ook is de bast glad. Maar, er staan vlak bij nog twee dezelfde bomen, en in die exemplaren zit wel bloei. Waarom die van ons niet bloeit weet ik niet. En kennelijk is de bast van de jonge linde glad.
Fijn dat ik mocht helpen.
🙂