Hoewel het fris was, en het af en toe een beetje sputterde, zijn we toch buiten aan het werk gegaan. Zoals ik in het vorige bericht al schreef, hadden we blauwe bessenstruiken te planten. Om ruimte te maken langs het gaas, moest er wat gesnoeid, en een paar struiken moesten verplaatst worden. De Skimmia is een paar meter opgeschoven, half voor de grove den en de hulst. De Mahonie is naar de tuin voor het huis gegaan.
Vervolgens konden de vier bessenstruiken geplant worden. Ze zijn best klein, dus om te voorkomen dat we ze met grasmaaien per ongeluk mee maaien, hebben we er stokjes bij gezet. Op de achtergrond op deze foto is de Skimmia te zien.
Verder hadden we nog een vlinderstruik in pot staan. Die is tussen de Magnolia en de heg in gekomen. De Magnolia hebben we wat gesnoeid, zodat er voldoende plek voor de vlinderstruik is om uit te groeien.
Na de lunch ben ik schaaldelen kachelklaar gaan maken, terwijl Luc een kloofapparaat bouwde. Hoewel ik al best bedreven begin te worden met de grote kloofbijl, is het toch zwaar werk. Daarbij is het van de grond oprapen van de gespleten stukken hout zo ongeveer het zwaarste werk voor de rug.
Ik heb in een heel rustig tempo zes kruiwagens hout verwerkt, en een flinke deuk in de nog klein te maken houtstapel gemaakt. Het vak waar ik het hout in opstapel, begint al aardig vol te worden, maar we schatten in dat het nét gaat passen.
En dan het kloofapparaat. Luc heeft een bijl op een stuk hout gemaakt, waar dan weer een speciekuip omheen valt (gat in de bodem). Dit alles op een stevige basis, op een mooie werkhoogte. Met een dikke hamer timmer je het te kloven hout op de bijl, waardoor het splijt. Voor de veiligheid heb ik een plastic pot op de bijl gezet, die windvast is gemaakt met een stuk hout.
