De afgelopen twee weken heb ik af en toe een stapel dakpannen van achterin de tuin naar tegen de werkplaats aan verplaatst. We willen ze daar weg hebben, om ruimte te maken voor de bomenzagers. Die komen half november, maar er zijn genoeg kleine klusjes te doen om te zorgen dat zij overal goed bij kunnen, en wij ook de takken die achter blijven gemakkelijk kunnen verwerken.
Vandaag heb ik de laatste dakpannen verplaatst, wat bramen en brandnetels weg gehaald bij de populier, en verder nog wat zaken aan de kant geschoven. Met z’n tweeën hebben we de gegalvaniseerde, loodzware dakgoot naar de zij/achterkant van de schuur gesjouwd.
Bij de populier is nu wel voldoende ruimte. Bij de rechter iep staan nog wat bessenstruiken, waarvan ik vrees dat die het niet overleven als we die daar laten staan. Dus die gaan we vóór de zaag-dag ook nog verplaatsen.
Dit weekend hebben we een flinke stap vooruit gezet bij het schuurtje, waar de houtopslag tegenaan komt. Het dak moet afgewerkt worden met een windveer, om inwaaien van water te voorkomen. We gebruiken oude planken. Het is ook een oud schuurtje, dus dat past wel. De planken hebben we dit weekend in de grondverf gezet. En Luc heeft een lat tegen de schuur aan gemaakt waar de planken straks tegenaan moeten.
Vanochtend hebben we de delen van het keldertrapje uit de kelder gehaald. Luc constateerde dat het hout niet verrot was, maar de spijkers door geroest. Dus hebben we het trapje ter plekke maar opnieuw in elkaar gezet, en deze keer met schroeven.
Nu kun je tenminste weer veilig de kelder in en uit!!
Ja, dat is wel prettig. 🙂