Half september waren we begonnen met wijn maken van de blauwe druiven van de buren. Het heeft een dag of 5 met velletjes en pitjes en al in de grote witte gistingsemmer gestaan. Toen was de grootste gistingsactiviteit voorbij (het waterslot bubbelde nog maar af en toe). Dus hebben we de velletjes, pitjes en andere droesem afgezeefd, en de 5 liter gistingsfles gevuld. En toen hadden we zomaar 2,5 liter extra. Achteraf wel logisch, want tussen die velletjes zaten ook nog druiven met sap, en die lieten dat kennelijk los tijdens de eerste gisting. Dus een tweede 5 literfles erbij, en de fles aangevuld met druivensap uit de winkel, dat we nog in huis hadden. Dat was wel erg veel suiker erbij, dus die fles ging nog even weer enthousiast bubbelen en schuimen, maar na een paar dagen werd dat ook rustiger.
Deze beide flessen hebben we al een keer overgeheveld naar een schone fles, om de droesem die op de bodem lag kwijt te raken. De wijn begint nu te klaren (helder te worden).
De wijn van witte druiven heeft nu 6 dagen in de grote gistingsemmer gestaan. Ik had ergens gelezen dat als je de velletjes erbij in doet, dit ook rode wijn wordt. Maar dat geldt niet voor onze druiven! De gisting was al twee dagen behoorlijk verminderd, maar ik was dus op die verkleuring aan het wachten. We hebben maar geconcludeerd dat dat kennelijk niet gaat gebeuren, en vanavond de zaak afgezeefd en in twee 5 liter gistingsflessen gedaan. Ik had 6,5 liter sap geperst, en we hadden precies 10 liter wijn, dus beide flessen goed vol. Had ik dat even goed gegokt!
En dit is dan de hoeveelheid vaste delen van de druiven, wat morgen naar de kippen gaat:
Wordt vervolgd! 🙂